GROTE VERANDERINGEN
Vroeger hadden de meeste boeren akkers en weilanden. Ze hadden knechten in dienst. Het meeste werk werd met de hand gedaan. Voor het zware werk gebruikte een boer een paard. Tegenwoordig is een boerenbedrijf veel groter. Door machines en computers te gebruiken kan een boer zelf meer werk doen zonder extra personeel. Hij heeft dus geen knechten meer nodig.
Veel boeren zijn óf akkerbouwer óf veehouder. Boerenbedrijven die veel dieren op een kleine ruimte houden, behoren tot de bio-industrie. Een voorbeeld zijn legbatterijen.
Veel boeren zijn óf akkerbouwer óf veehouder. Boerenbedrijven die veel dieren op een kleine ruimte houden, behoren tot de bio-industrie. Een voorbeeld zijn legbatterijen.
|
Filmpje megastallenBoeren moeten veel kosten maken om dieren te verzorgen. Zij stoppen soms duizenden beesten in een stal. Dat doen ze om geld te besparen. Ze kunnen dan het vlees voor minder geld verkopen.
|